Menaldum is een terpdorp dat enkele eeuwen voor het begin van de jaartelling op de kwelderwal tussen Dronrijp en Beetgum is ontstaan. De bebouwing concentreerde zich om de kerk, behalve aan de zuidoostelijke zijde, want daar stond Orxmastate. De Tegenwoordige Staat van Friesland meldde in 1786: 'Dit dorp heeft eene schoone kerk en toren, op eene groote hoogte gebouwd, en voor weinige jaaren merkelyk versierd. De buurtt ligt byna cirkelswyze ten Westen, Noorden en Oosten om de kerk, en ten Zuiden de aanzienlyke State Orxma, ook Dekema genoemd, bestaande in eene schoone oude uit het water opgehaalde huizinge en eene ruime wel aangelegde plantagie, hovinge, cingels.' Orxmastate, een van de vele staten die bij of in de omgeving van Menaldum stonden, is in 1830 gesloopt.
Hoewel Berlikum de oudste papieren leek te hebben en ook Dronrijp zich tot dorp van betekenis ontwikkelde, werd Menaldum de hoofdplaats van de grietenij.
Aan het einde van de 19de eeuw zijn stukken van de terp afgegraven. Het dorp was ontsloten door de Menaldumervaart die bij Marssum overging in de Ballensvaart richting Harlingertrekvaartt. Langs deze vaartt ontwikkelde zich aan Lytsebuorren, Lytsedyk en Langpaed bebouwing. Ook ten oosten van de oude kern en aan de vaart gelegen Warnserbuorren, was al in de 18de eeuw tot ontwikkeling gekomen. Vanaf de tweede helftt van de 19de eeuw kwam er bovendien lintbebouwing langs de geleidelijke verharde uitvalswegen: Dyksterbuorren, Rypsterdyk en Bitgumerdyk en daarna ook Ljochtmisdyk.
De Menaldumers waren actief in de landbouw, de aardappelteelt in het bijzonder. In het begin van de 20e eeuw stond het gebouw van de aardappelveiling aan de Lytsedyk. Daar staat nog het café, dat niet meer als café dienst doet, De Aardappelbeurs. Maar ook de tuinbouw was van belang, vooral aan de Berlikumer zijde waar veel gardeniersbedrijven waren te vinden.
(Bron: Wikipedia)